Home » Nieuws » ‘Commissioning is geen sluitpost, maar voorwaarde voor kwaliteit’
Delen
Delen
In de wereld van duurzame gebouwen is het een bekend fenomeen: alles lijkt te kloppen op papier, maar in de praktijk vallen prestaties tegen. Juist in die kloof tussen ontwerp en werkelijkheid opereert commissioning-specialist D-Tacs. Oprichter Marco Bakker is met zijn bedrijf sinds kort partner van DGBC. “Als commissioning onafhankelijk wordt uitgevoerd, kunnen we écht waarde toevoegen.”
Marco Bakker begon zijn loopbaan in de installatietechniek, werkte jarenlang bij grote partijen in de bouwwereld, en startte in 2005 voor zichzelf. Sinds 2017 richt hij zich volledig op commissioning – een vakgebied dat in Nederland nog volop in ontwikkeling is. “Tijdens projecten op Schiphol en bij datacenters zagen we Amerikanen en Britten binnenkomen voor commissioning. Toen dacht ik: waarom doen wij dit eigenlijk niet zelf?”
Als commissioning onafhankelijk wordt uitgevoerd, kunnen we écht waarde toevoegen
Onafhankelijkheid als sleutel
Zo werd het idee geboren voor een onafhankelijk commissioningsbedrijf. Die onafhankelijkheid is volgens hem cruciaal. “In de praktijk zie je nog vaak dat het ontwerp- of adviesbureau óók de commissioning verzorgt. Maar dan keurt de slager zijn eigen vlees. Dat kan daardoor soms leiden tot fouten.” De BREEAM-NL richtlijnen stellen inmiddels expliciet dat commissioning onafhankelijk moet plaatsvinden. Dat helpt: “Wij worden nu regelmatig gevraagd om in te schrijven op aanbestedingen. Dat zorgt voor eerlijke concurrentie en hierdoor worden de commissioningsbedrijven onafhankelijk ingezet ten opzichte van de andere aannemers, rechtstreeks onder de opdrachtgever. Dat schept transparantie en duidelijkheid.”
Van installateur tot coach
Volgens Bakker zit de waarde van commissioning niet alleen in controle, maar juist ook in het begeleiden en verbeteren van processen. Hij noemt het voorbeeld van logistiek dienstverlener Mærsk, waar D-Tacs een project begeleidde met koel- en vrieshallen voor farmaceutische producten. “De installateur had geen ervaring met commissioning. Wij hebben hen daarin meegenomen. Dat is geen controle van bovenaf, maar een samenwerking. Zo maak je elkaar beter.” Die houding – scherp waar nodig, meewerkend waar mogelijk – is kenmerkend voor de aanpak van D-Tacs. “We komen soms letterlijk blanco binnen. Zonder tekeningen, zonder dossier. Dan luister je goed naar de klant: wat is er beloofd, en wat wordt er geleverd? Vanuit daar werk je naar het resultaat.”
Recommissioning en de echte duurzaamheid
In de praktijk merkt Bakker dat veel partijen zich richten op ‘zichtbare duurzaamheid’, zoals zonnepanelen. “Daar is niets mis mee, maar het wordt pas echt duurzaam als je systemen zó inricht dat ze langdurig efficiënt blijven functioneren.” Recommissioning is volgens hem daarin essentieel. “Gebouwen veranderen van functie. Wat ooit goed was, hoeft nu niet meer te werken. Dan moet je durven herijken.” Toch is het animo voor recommissioning nog vaak beperkt, zeker als het oorspronkelijke BREEAM-certificaat al binnen is. “Dan hangt dat ingelijste papiertje bij de receptie en is iedereen tevreden. Terwijl het gebouw inmiddels misschien inefficiënt of verkeerd gebruikt wordt.” Daar ziet Bakker een taak voor zowel opdrachtgevers als overheid. “Laat subsidies pas uitkeren na seizoensgebonden testen. Stimuleer herkeuringen. En besef dat commissioning ook na oplevering van waarde blijft.”
Kansen voor samenwerking
De samenwerking met DGBC biedt kansen, vindt Bakker. Niet alleen vanwege de zichtbaarheid, maar ook om kennisdeling te versnellen. “Ik hoop dat we vanuit Commissioning Nederland en DGBC meer met elkaar kunnen optrekken. Bijvoorbeeld met gezamenlijke seminars of werkgroepen. Laat assessoren en commissioners van elkaar leren.” Een belangrijk punt van aandacht is volgens Bakker de verwarring rondom de nieuwe Wet kwaliteitsborging. “Commissioning is iets anders dan kwaliteitsborging. Een kwaliteitsborger beoordeelt het administratieve proces en controleert of alle documenten kloppen. Een commissioner kijkt of het ook écht werkt zoals bedoeld. En rapporteert deze dan aan de kwaliteitsborger.”
Sector in beweging
Hoewel commissioning in sectoren als datacenters en offshore al ingeburgerd is, blijft het in de utiliteitsbouw vaak een sluitpost. “Dat moet veranderen. In Engeland zijn bedrijven met 350 man in dienst die alleen commissioning doen. In Nederland zijn wij nu het grootste onafhankelijke bedrijf. Maar er is nog zoveel ruimte voor groei.” Zijn ambitie voor de komende jaren? “Commissioning moet standaard worden in bestekken. Niet als kostenpost, maar als investering in kwaliteit. We besparen uiteindelijk altijd geld, al is het niet altijd direct aantoonbaar. Maar het gebouw werkt. En dat is waar het om draait.”